Bij diabetes maakt het lichaam te weinig tot geen insuline (suikers) aan.
Suikerziekte (diabetes)
Bij suikerziekte of diabetes maakt het lichaam, en met name dan de alvleesklier/pancreas te weinig of geen insuline aan. Het suikergehalte in het bloed wordt daardoor niet meer op een constant peil gehouden. Insuline is nodig in het lichaam om het suikerpeil op het juiste niveau te houden. Insuline wordt in het bloed losgelaten wanneer het suikerpeil te hoog dreigt te worden. Insuline zorgt ervoor dat overtollige suiker wordt opgeslagen voor later, wanneer er een suiker tekort dreigt.
Symptomen:
Meestal zal je in eerste instantie merken dat het dier veel zal gaan drinken, Diabetes patiënten hebben een constant dorstgevoel. Met als resultaat dat ze ook vaak zullen moeten plassen. Dit zijn meestal de eerste merkbare symptomen. Onbehandelde suikerziekte is een levensbedreigende aandoening en dient dus ten allen tijde en bij de eerste symptomen direct onderzocht en zo nodig behandeld te worden.
Diagnose:
Bij suikerziekte is de suikerspiegel in het bloed veel te hoog. De diagnose zal gesteld worden via een bloedonderzoek.
Behandeling:
Men zal het dier levenslang dagelijks moeten inspuiten met insuline om de suikerspiegel op peil te houden. Vaak is het in het begin zoeken naar de juiste hoeveelheid insuline die het dier nodig heeft om goed te functioneren. Men begint over het algemeen met een lage dosis, die men zo nodig verhoogt wanneer dit nodig blijkt te zijn.